HAVOC
New York, begin jaren zeventig. De South Bronx staat in brand, letterlijk en figuurlijk. De middenklasse heeft er zich uit de voeten gemaakt; de economie stort in; gebouwen staan leeg, worden gesloopt of in brand gestoken; bendes maken de straten onveilig; zestig procent van de jongeren is werkloos. Ze hebben geen geld om naar een club te gaan, dus palmen ze de straten in met hun sound systems en stukken karton. Ze leggen een vloer en dansen op de break. Ze schrijven hun namen op de muren, ze uiten hun ongenoegen op muziek. Hun verzet tegen het establishment groeit uit tot een cultuur: hiphop.
"Elk begin is een uitschuiver: elk meesterwerk begint met een vlek op een wit blad, elk liefdesverhaal met een gewaagde zet, elk nieuw gebouw snijdt een stuk uit de ruimte. Zonder een eerste scheur kan niets ontspringen." - Ariane Bazan
In HAVOC neemt Haider Al Timimi de kracht van die stoorzenders onder de loep. De rauwe explosieve energie van hiphop vormt hierbij de leidraad. Met een cast van b-boys en b-girls van topniveau onderzoekt Al Timimi via dans en muziek wat de disruptieve én constructieve kracht van chaos kan zijn. Op de tonen van The Revolution Will Not Be Televised van protestdichter Gil ScottHeron, gestuwd door woede en hoop.
INTERVIEW
“Miljarden surfplankjes op een woeste zee”
In gesprek met theatermaker en choreograaf Haider Al Timimi
Met HAVOC keert Haider Al Timimi gedeeltelijk terug naar zijn roots: breakdance. Via breaking zocht hij zijn weg in het theater, als speler en als maker bij het Gentse gezelschap Union Suspecte, als danser bij Rosas en ondertussen als artistieke duizendpoot in Antigone. De liefde voor urban dance bleef echter en dook regelmatig op in zijn werk. In HAVOC treedt die eerste liefde opnieuw op de voorgrond.
Waarom heet de voorstelling HAVOC?
In het Engels betekent to wreak havoc: amok maken. Havoc betekent chaos. Je kan het woord gebruiken voor oorlogssituaties, maar evengoed voor twee kleuters die in hun kamer met lego aan het gooien zijn.
Havoc kan heel heftig zijn, maar ook heel kinderlijk en onschuldig. De voorstelling onderzoekt wat chaos vandaag betekent in de wereld. Alleen is ‘chaos’ een wat saaie titel. Havoc is een term die ook in de hiphop
voorkomt. Er bestaat een rapper die Havoc heet. Ik heb dat altijd een hele coole naam gevonden.
Toen ik voor het eerst over HAVOC las, moest ik denken aan het nummer Revolution van The Beatles. Is deze voorstelling een soort persoonlijke revolutie voor jou?
Ik denk dat elke voorstelling een potentiële revolutie in zich draagt. Al mijn werken vertrekken vanuit een maatschappelijke frictie of iets wat ik rondom me zie en wil aankaarten. Niet per se als een pamflet, dat
kan ook via schoonheid en het zoeken van nuance rond een onderwerp. Misschien zit er in deze voorstelling iets meer revolutie omdat ik zelf uit de hiphopcultuur kom. Ik ben als breaker begonnen. Ik heb nooit de geijkte paden van de kunsten gevolgd als acteur, maker, schrijver, danser.
Hedendaagse dans heeft wel een groot stuk van mijn leven ingenomen en ik deed dat met alle vreugde van de wereld. Maar je beweegt wel in een segment van de danswereld waarin je een andere stijl of stuk identiteit wegdringt. Er zijn conventies rondom je en automatisch roteer je richting die conventies. Ik ga nog steeds graag naar breakdance-wedstrijden. Breaking is ondertussen van een kleine underground
uitgegroeid tot een Olympische discipline. Dat zet hiphop natuurlijk wel op de kaart en zorgt dat er meer middelen voor zijn, maar helaas wordt het daardoor minder als kunstvorm beschouwd. Vroeger was alles
wat urban was eerder een hobby. Vandaag zie ik meer en meer mensen die een carrière willen uitbouwen in de kunsten via urban dance. Veel choreografen en dansers komen in de theaterwereld terecht. Voor
mij is HAVOC een herwaardering van wat ooit een belangrijke rol in mijn leven heeft gespeeld. Ik wil het een plek geven tussen alle andere dingen die wij vanzelfsprekend kunst vinden. Net zoals ik breakdance vanzelfsprekend kunst vind.
Heb je ook het gevoel dat je de wereld wil veranderen?
De voorstelling opereert op meerdere niveaus. Er is de kleine revolutie van het medium: ‘Breakdance staat nu in de grote theaters waar alle andere grote hedendaagse namen spelen.’ De andere belangrijke laag is het idee van de revolutie in maatschappelijke zin. En een derde laag is chaos als wetenschappelijk en filosofisch begrip. Alles rondom ons vertrekt vanuit chaos.
Je kan de mensheid zien als miljarden individuen die op een surfplankje met een klein zeiltje op een woeste zee varen. Je denkt dat je controle hebt, maar dat is een illusie. We kunnen in elkaars buurt blijven met onze
surfplankjes. We kunnen op onze plankjes dingen afbakenen: dit is mijn grens, dit is mijn land, dit is mijn taal. Maar wij dobberen allemaal op een woeste zee. Op een klein planeetje dat zweeft in het niets, in een arena van licht. Dat maakt ons niet klein of nietig. Integendeel, we staan er en we overleven het. Dat maakt ons waardevol.
En wat betekent chaos voor jou op maatschappelijk vlak?
Chaos omarmen is ruimte maken voor conflict. In politieke theorieën wordt dat ‘agonisme’ genoemd. Mensen steigeren bij het woord ‘conflict’ omdat het meteen aan oorlog doet denken. Conflict gaat voor mij
over harde of zachte botsingen, waarbij er ruimte kan ontstaan voor andere of stillere stemmen, die buiten conventies vallen.
Daar begint het. Samenleven in conflict. We nemen vandaag de dag graag termen
als ‘woke’, ‘hyperdiversiteit’ of ‘genderdifferentiatie’ in de mond. Maar vaak is er een systeem rond gebouwd dat niet toelaat dat die stemmen floreren, omdat het systeem daar niet op gemaakt is. We mogen ons zo
vrij verklaren als we willen, als het systeem of de politieke modellen zich er niet toe schikken, dan zijn die stemmen gewoon niet levensvatbaar. Dan blijven we de conventies volgen omdat die helder en duidelijk zijn en omdat we niets anders kennen. We moeten werken, geld verdienen, punt. Iemand steekt
op straat een autoband in brand, iemand slaat een raam in om een telefoon te stelen of een politicus krijgt een taart in zijn gezicht en we zijn collectief verontwaardigd. We keuren het af als geweld, maar er is een
ander soort geweld dat alom aanwezig is en dat wij al lang niet meer zien, omdat we het als legaal zijn beginnen beschouwen. Dat is systemisch geweld. Je moet maar eens je parkeerboete een jaar lang niet betalen. De consequenties daarvan zijn vernietigend. Dat is een voorbeeld van de overbureaucratisering waarin wij leven en die wil ik met deze voorstelling in vraag stellen. Willen we zo echt verder?
Ik wil even iets citeren uit het boek Chaos van James Gleick: ‘Physiologists found a surprising order in the chaos that develops in the human heart, the prime cause of sudden, unexplained death.’ Onze motor is allesbehalve regelmatig. Ons hart is constant chaotisch en veranderlijk. Vanaf het moment dat
het een regelmatigheid aanneemt, zijn we ten dode opgeschreven. Ik vind dat heel mooi.
De dansers hebben allemaal heel uiteenlopende stijlen. Kan je die benoemen?
Voor de audities dacht ik dat ik voor de klassieke b-boys en b-girls zou kiezen, maar dan meldden zich dansers aan die verschillende werelden beheersen. Dat biedt een grote meerwaarde. Ze zijn alle zes urban dancers op hoog niveau en daarnaast nog zo veel meer. Adem, Nacer en Simon zijn diehard gronddansers. Diva, Inès en Lewis beheersen elk een volledig eigen debout-stijl. Sommigen zijn geschoold, anderen volledig autodidact. De invloeden die ze samen belichamen zijn nauwelijks samen te vatten:
van hedendaagse dans tot klassiek ballet, van jazz, krumping en popping tot martial arts,
flexing en bruk-up – een streetstyle die in Jamaica ontstaan is. Het is de symbiose tussen al deze mensen die ik zo waardevol vind.
Dat is HAVOC. Zij staan niet alleen voor het verschil in dans, maar zij staan ook voor de diversiteit van de straat en de wereld. Ze zullen hun verhalen in deze voorstelling niet met woorden vertellen, maar via hun lichamen.
Met welk nummer begon jouw liefde voor de hiphop?
In mijn beginjaren was ik niet echt fan van hiphop. Ik ben de zoon van een zangeres dus voor mij was zang heel belangrijk. Toen ik begon te breaken was dat vaak op funkmuziek. De hiphop heeft mij te pakken
gekregen met KRS-One toen ik 17-18 jaar was. Ik vond zijn lyrics van zo’n hoogstaand niveau. Daarna ben ik redelijk snel in de Franse hiphop beland. Franse rappers hadden vaak ook Arabische achtergronden. Ze rapten over Europese straten die voor mij ook herkenbaar waren.
Gebruik je hiphopnummers in de voorstelling?
We beginnen met hiphop pur sang, maar daarna zoek ik meer de jazz op. De hiphopcultuur is ontstaan uit jazz, waarbij iemand plots besloot om te spreken op het ritme van de muziek. Ik wil mij niet houden aan de
conventies van de hiphop, net zomin als die van de hedendaagse dans. Ik ben benieuwd hoe Kamasi Washington hiphopt, of Bach of Händel. De voorstelling is een mix, een totale overloop van continenten, talen, identiteiten, lichamen en dansstijlen.
Ik heb gelezen dat hiphop begon op marmeren vloeren, zoals in winkelcentra, omdat ze daarop beter konden draaien.Klopt dat?
Nee, hiphopcultuur is ontstaan op straat waarbij er platgedrukte kartonnen dozen op de trottoirs werden gekleefd. In die tijd was er totaal geen ruimte voor jonge AfroAmerikanen in het uitgaansleven van de V.S.
De basis van de hiphopcultuur bestond in de beginjaren uit claiming spaces: ‘O, ik mag niet binnen in uw discotheek, dan dans ik op straat. O, ik ben niet welkom in uw gebouw, dan zet ik mij naam erop met een tag. O nee, ik ben gearresteerd omdat ik mijn eigen naam gebruikte, dan moet ik een andere
naam uitvinden.’
Ik herinner mij dat we in Gent achter de oude bibliotheek op een betonnen vloer gingen breaken. We plakten er stukken karton op, maar die waaiden steeds weg. Dan dansten we maar op het beton tot dat
helemaal glad was van zo’n vijf, zes jaren dagelijks breaken. Achter de voormalige bibliotheek zie je nog steeds een glad stuk in het midden van die betonnen vloer, dat zich naar onze dans heeft gevormd.
Heeft de vloer in de voorstelling ook een betekenis?
Zeker. De standaard balletvloer is niet geschikt voor onze b-boys en b-girls. De vloer moest gladder zijn, maar ook niet té glad. Omdat we dan toch een nieuwe moesten aanschaffen, gaf dat meteen ook
scenografische mogelijkheden. We hebben gekozen voor een spiegelrode vloer. Die roept associaties op met de lipstick-popcultuur, maar ook met bloed. In het begin van de voorstelling zal die oké-glad zijn en op
het einde gaat die méga-glad zijn van al het zweet. Dat is gevaarlijk voor de ene move, maar juist heel goed voor de andere, die eeuwig kan blijven doorgaan en draaien.
Welke rol speelt het publiek voor jou in deze voorstelling? Normaal zit het publiek bij breaking in een cirkel rond de performers. Je hebt er bewust voor gekozen om dat hier niet te doen.
Intuïtief is het een mooi idee om een cirkelvormige voorstelling te maken. Maar ik wilde kiezen voor de klassieke zaalopstelling. Daarmee communiceer je naar een publiek: ‘Zet je maar neer, wees stil, kijk en luister naar wat deze mensen te zeggen hebben en wat hun lichamen te vertellen hebben.’
Het is eigenlijk bizar dat ik dit een groot statement blijf vinden. Je kan zeggen: ‘Het is 2023, breakdance werd toch al honderd keer op scène gebracht.’ Maar dat klopt niet, het blijft te beperkt en wordt ook nog steeds als een buitenbeentje beschouwd. Wat we al jaren via videoclips en op straat als louter sensationeel ervaren, dat kan ook poëzie zijn. De taal van breaking kan meer zijn dan enkel sensatie.
Bart Capelle en Tanya Hermsen
Meer dansvoorstellingen bij CC Sint-Niklaas
-
-
wo 30 okt '2411:00 - 12:00't Bau-huis, Sint-Niklaas't Bau-huis, scène op scène
Tickets Standaardtarief € 14,00 +65 € 14,00 Vriendenpas € 12,00 Wase Buren Bonus '24-'25 € 12,00 -16 € 8,00 Kansentarief € 2,80 -
wo 30 okt '2415:00 - 16:00't Bau-huis, Sint-Niklaas't Bau-huis, scène op scène
Tickets Standaardtarief € 14,00 +65 € 14,00 Vriendenpas € 12,00 Wase Buren Bonus '24-'25 € 12,00 -16 € 8,00 Kansentarief € 2,80
-