Met “beginnen” als overkoepelend thema, spreekt het voor zich dat we in het weekend van het literair festival Archipel twee debuterende dichters ontvangen.
Op 21 maart 2025, wereldpoëziedag, werd de jaarlijkse Herman de Coninckprijs uitgereikt aan debutante Maaike De Wolf (Amsterdam, 1978) voor haar bundel De dansvloer is van iedereen. Maaike De Wolf is dichter en schrijver van zeer kort proza. In haar debuut neemt ze de dansvloer als beginpunt, als ideaal, als een plaats voor iedereen. Een plaats die bestaansrecht veronderstelt en meteen ook in vraag stelt. Velen staan aan de kant, missen ritme, assertiviteit, een partner. Ook taal wordt onder deze loep gelegd. Want ook taal is van iedereen, staat onder invloed, verandert, wars van instituten en dwarsliggers. De jury bekroonde de originaliteit van de bundel omwille van “de grillige schoonheid, de bizarre architectuur en de wrede intimiteit van de dansvloer in woorden te willen vatten”.
Tot op heden schreef Sarah de Koning (Wilrijk, 1992) vooral in de beslotenheid van wisselende kamers. Enkele gedichten van haar hand verschenen in Het Liegend Konijn en ze prijkte 3 keer in de Turing Top 100. Deelname aan de schrijfresidentie van deBuren in Parijs resulteerde in een opgemerkt gedicht over roaring twenties icoon en schrijfster Zelda Fitzgerald. Ook in Tekstielen, haar debuutbundel die in november 2025 verschijnt, vertolken vrouwen de hoofdrol: een minnares verschuilt zich in de keuken en maakt de inventaris op; een dochter en moeder schrijven elkaar, met toenemende drift; een verlaten schrijfster beklaagt haar eigen pen. In beeldende miniaturen en observaties ontmoeten subversieve stemmen elkaar vanaf briefpapier, door de telefoon, vanuit dagboekaantekeningen, notities en verlangende kattenbelletjes. Een debuut om naar uit te kijken.