Poëzie op zondagmorgen

Charlotte Van den Broeck (Turnhout, 1991) geldt als één van de grootste exponenten van het vrouwelijke dichtersgild. Gepokt en gemazeld als performende dichter, debuteert ze in 2015 met de verhalende en beeldrijke bundel Kameleon, een debuut dat haar meteen de Herman de Coninck Debuutprijs oplevert. 
De naam van een Antwerpse nachtwinkel vormt de titel van haar tweede bundel: Nachtroer. De bundel wordt in 2019 bekroond met de Paul Snoekprijs. De jury spreekt van “een beklijvende verkenning van het tastende leven in een tussenruimte.” Aarduitwrijvingen, haar meest recente bundel, “munt uit in beelden die op je netvlies branden en stelt erotiek voor als een wreed bedrijf (Piet Gerbrandy)”, en belandt op de shortlist van de Herman De Coninckprijs 2022. 

Sasja Janssen (Venlo, 1968), aanvankelijk prozaschrijfster, debuteert in 2007 met de bundel Papaver en bouwt sindsdien aan een indrukwekkend poëzie-oeuvre. Wie wij schuilen en Ik trek mijn species aan worden genomineerd voor prestigieuze poëzieprijzen. Ook de volgende bundel Happy, waarin ze laveert tussen eenzame woede, diepe melancholie en ‘happy’ tegen wil en dank, wordt lovend ontvangen. In Virgula schrijft ze, in prachtige en trefzekere beelden, haar gedichten in de vorm van brieven aan Virgula, de komma, die tegelijk een adempauze is en een weerhaakje, tegelijk een muze en een kwelgeest. De bundel won de Awater Poëzieprijs 2021 en werd genomineerd voor nog vier prijzen, waaronder de nog te beslissen vierjaarlijkse KANTL Gent Poëzieprijs.
De poëzie van Sasja Janssen is urgent, eigenzinnig en recht voor de raap, virtuoos, droef en contemplatief, monter en barstend van levenslust.